|
NV |
Normale vorm, ook masu vorm of
de beleefde, formele vorm genoemd |
|
EV |
Eenvoudige vorm, ook informele vorm of omgangstaal
genoemd |
|
SV | Sub standaard vorm |
|
WB |
Woordenboekvorm |
|
WW |
Werkwoord |
|
VT |
Verb transitief, overgankelijk
werkwoord |
|
VI |
Verb intransitief,
onovergankelijk werkwoord |
|
-ru |
Vowel werkwoord, klinker
werkwoord |
|
-u |
Consonant werkwoord,
medeklinker werkwoord |
|
+ / - TT |
Tegenwoordige tijd + / – zin |
|
+ / - VT |
Verleden tijd + / – zin
|
|
i-adj |
i bijvoegelijk naamwoord |
|
na-adj |
na bijvoegelijk naamwoord |
| NW | naamwoord |
1) Basis: wat van een werkwoord overblijft na de -u bij medeklinkerwerkwoorden en -ru bij klinkerwerkwoorden weg te laten.
2) Stam: wat van een werkwoord overblijft door -masu weg te laten van de masu vorm.
2) Stam: wat van een werkwoord overblijft door -masu weg te laten van de masu vorm.